Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
Begrijpend lezen Leesmotivatie, reflecteren op het leesproces

 

Leesmotivatie, reflecteren op het leesproces

 

Naar aanleiding van de laatste uitspraken besluit de leerkracht om met de kinderen de zingeving even te belichten. Wanneer kinderen weten waarom ze lezen, neemt de motivatie misschien ook toe.

Leerkracht:

En jongens en meisjes, waarom moeten mensen eigenlijk lezen? Waarom moeten kinderen lezen? Waarom is dat belangrijk of niet belangrijk of waarom is het leuk?

Yntor:

Als je later een rekening krijgt en je kunt niet lezen, dan denk je dat je niets hoeft te betalen en dan krijg je later een hogere boete of zo.

Leerkracht:

Het is praktisch om wel te kunnen lezen, maar moet je daarvoor hele verhalen kunnen lezen?

Yntor:

Na, nou….je moet wel kunnen lezen.

Leerkracht:

Dat is een reden, waarom lezen mensen nog meer?

Mick:

Toen ik nog heel jong was, stond er in de krant dat er iemand was overleden, omdat ze een huis bouwden of zoiets en dat dat toen was ingestort. En dat er toen iemand was doodgegaan omdat hij het niet gelezen had. Hij kon niet lezen.

Leerkracht:

Er stond gevaar, instortingsgevaar.

Mick:

Ja.

Leerkracht:

Ja, dan is het wel van levensbelang om te lezen. Waarom lees je nog meer?

Anne Sophie:

Ik hoorde laatst op het jeugdjournaal over mensen die niet kunnen lezen. Als je niet kunt lezen, kun je een hele hoop andere dingen niet. Je kunt niet autorijden, je kunt niet fietsen, je kunt niet zomaar ergens alleen naar toe gaan, want je kunt de borden niet lezen.

Leerkracht:

Waarom lees je nog meer?

Iris:

Voor je plezier.

Leerkracht:

Voor ontspanning lezen mensen ook. Waarom nog meer?

Michiel:

Bijvoorbeeld, je wilt dokter worden, maar je kunt niet lezen, dan kan je ook niet studeren.

Leerkracht:

We hebben nu een heleboel redenen: mensen lezen om te overleven, te ontspannen, te studeren.

 

Waarom lezen mensen nog meer?

Jojanneke:

Als je een goede baan wil hebben, moet je meestal ook lezen.

Leerkracht:

Voor je beroep.

Jolien:

Als je een boek leest, steek je er meestal ook wat van op.         

Leerkracht:

Waarom lees je?

Simon:

Als je kinderen hebt om voor te lezen.

Leerkracht:

Ja, zeker, absoluut, kun je nog iets erbij verzinnen waarom.

Simon:

Gewoon omdat je kinderen dat later leuk vinden.

Pim:

Ik weet het, ik weet nog iets: als je bijvoorbeeld toneel wil spelen, dan moet je de tekst kunnen lezen. Als je dat niet kan, kun je ook nooit een grote rol krijgen. Dan krijg je alleen een klein rolletje, dat je alleen maar een buiging voor de koningin moet maken en dan weer af. Daar is niks aan.

Leerkracht:

Heeft er nog iemand een reden waarom mensen lezen, iets bijzonders, wat nog niet gezegd is?

Amber:

Je wordt er slim van.

Iris:

Als je gaat koken zijn er dingetjes en daar staat op wat je nodig hebt en wat je moet doen en anders kan je niet gaan koken.

Isabelle:

Voor de spelling.

Myrthe:

Voor Scrabble?

Leerkracht:

Ja. voor spelletjes.

Veerle:

Maar als je niet kunt lezen kun je ook geen liefdesbrieven schrijven.

Linda:

Ik had bijna hetzelfde als Veerle, maar dan, als je een brief krijgt, kun je die niet lezen en kun je ook niet terugschrijven.

Leerkracht:

Brieven waren nog niet genoemd, absoluut waar.

Lara:

Als je leuke winkels ziet is het handig om te weten wat ze verkopen.

Uiteindelijk komt de klas bij het nadenken over taal al filosoferend op de samenhangen tussen spreken, luisteren, denken, schrijven en lezen.

Nienke:

Lezen is ook belangrijk als je met iemand wilt praten. Dan gaat het wel een beetje omdat ja, ja, eh, eh...

Leerkracht:

Help eens zoeken, want ik denk dat ik weet wat ze bedoelt.

Maaike:

Ja, dat denk ik ook, ja ik ook.

Leerkracht:

Waarom is lezen soms ook handig om te kunnen praten? Waarom is dat?

Karel:

Voor als je doof bent.

Leerkracht:

Ja dat ook, maar ik denk niet dat Nienke dat bedoelt.

Iris:

Je leert klanken schrijven, als je leest kun je ook voorlezen, dan zeg je de klanken duidelijker en anders weet je niet zo goed hoe je de klanken moet zeggen.

Leerkracht:

Dat hoeft niet zo te zijn, want je kunt het uitspreken van klanken ook via horen leren. Maar het kan wel helpen. Wanneer kan lezen nog meer helpen om beter met elkaar te praten? Help Nienke eens.

Anne Sophie:

Als je bijvoorbeeld een moeilijk woord hoort van iemand en je weet niet wat het is en je bent alleen, en je kunt niet lezen, dan kun je het ook niet in een boek, in een woordenboek opzoeken wat het betekent. Of nieuwe manieren van zeggen.

Iris:

Je leert ideeën van andere mensen denken.

Leerkracht:

Je breidt je woordenschat uit door lezen, je leert nieuwe woorden kennen, je kan ze opzoeken, je kan er makkelijker nieuwe woorden bijleren. En je leert wat andere mensen denken, hoe andere mensen denken. Ja hoor, jullie zoeken goed mee. Misschien zou je ook kunnen zeggen dat je van lezen handiger wordt in spreken, omdat je meer uitdrukkingen en woorden leert kennen.

Leerkracht:

Jolien?

Jolien:

Kijk, als je niet kunt lezen gaat eigenlijk alles wat je ziet door je hoofd zonder dat je weet wat het is. Je ziet het, maar als je niet kunt lezen, weet je niet wat het is, want dan weet je toch niet hoe de dingen heten???

Leerkracht:

Dat is niet helemaal waar, want als ik niet zou kunnen lezen en als ik wel de taal ken, weet ik toch wel hoe de dingen heten? Ik kan ook weten wat het is ook al kan ik niet lezen.

Jolien:

O ja.


Yntor:

Ja kijk, zeg maar, je komt in een klas en je kan niet lezen, betekent dat ook dat je niet weet hoe hij heet. Als je de letters niet kunt lezen weet je ook niet wat een b is of zo.

Jolien:

Ja, maar jij kan mij zeggen: ‘Ik heet Yntor’ en dan kan ik dat onthouden.

Leerkracht:

Kinderen, we gaan stoppen. Dank jullie wel voor dit gesprek.

(In schema lezen van teksten: reflectie: klas 5 reflecteren op leesproces)